Skip to content

Tata Steel is de grootste uitstoter van broeikasgassen in Nederland (acht procent van het landelijk totaal), van stikstof (twee procent) en van een aantal kankerverwekkende stoffen. Het IJmuidense bedrijf moet vergroenen. Productie van ‘groen staal’ is technisch mogelijk, maar is duurder dan ‘vuil staal’. Hierom vraagt Tata subsidie voor de grote investeringen om over te stappen naar schone productie. Niemand lijkt te betwisten dat deze overheidssteun verstandig is. Dit is niet terecht.

Internationale concurrentie

Vraag en aanbod van ‘groen staal’ moeten allebei tot stand komen. Dit kan het eenvoudigst door het gebruik van ‘vuil staal’ op termijn te verbieden. Bij voorkeur Europees, omdat het effect dan veel groter is dan als Nederland het alleen doet. Vanwege de interne markt stel de EU eisen aan allerhande producten en in dat rijtje komt staal dan ook. Dit is een effectieve aanpak en de belastingbetaler draait dan niet op voor de kosten. Een soortgelijke aanpak is gevolgd om te stoppen met bijvoorbeeld benzine- en dieselauto’s en stoffen die de ozonlaag aantasten.

Dat Nederland niet kiest voor regelgeving die de productie van ‘vuil staal’ beperkt, komt door de internationale concurrentie in de staalmarkt. We schieten niets op als Tata sluit en we ‘vuil staal’ uit het buitenland invoeren. Subsidie aan Tata is bedoeld om dit te voorkomen en het bedrijf in ons land te houden, dus voor onze concurrentiepositie. Ten onrechte plakt de politiek hier het label klimaatsubsidie op.

Moet Tata in IJmuiden blijven?

Hierover heb ik geen weloverwogen mening. Hoeveel geld is het de Nederlandse burger waard om het staalbedrijf hier te houden? Duidelijk is wel dat het geen klimaatsubsidie is! Voor het klimaat maakt het niet uit of het staal dat wij gebruiken uit het buitenland komt of uit eigen land. Belangrijk is of we ‘vuil’ of ‘groen’ staal gebruiken.

Duitsland, Frankrijk, België en Spanje zijn van plan geld te geven aan ‘hun’ staalbedrijven. ArcelorMittal, ThyssenKrupp en Salzgitter ontvangen ongeveer de helft subsidie van de 8,8 miljard aan geplande groene investeringen (Het Financieel Dagblad 4 augustus 2023). Om deze staatssteun mogelijk te maken heeft Europa afgelopen maart de regels hiervoor tijdelijk versoepeld, met als argument dat we in Europa groene bedrijven willen krijgen en hiervoor niet afhankelijk willen worden van import. Doel van deze verruiming is dus de concurrentiepositie van Europese bedrijven, vooral ten opzichte van hun Amerikaanse en Chinese concurrenten. Het is echter gebruikelijk en beter om de eigen industrie te beschermen door invoerheffingen op gesubsidieerde producten. Europa heeft helaas een andere keuze gemaakt en handelspolitiek is dus de reden voor de subsidies aan staalbedrijven.
Subsidie aan Tata garandeert ook niet dat we straks in Nederland ‘groen staal’ kunnen gebruiken. Naar verluidt is de geplande productie van ‘groen staal’ in Zweden al grotendeels verkocht aan de Duitse auto-industrie. De Nederlandse bouwsector heeft geprobeerd om ‘groen staal’ in het buitenland te kopen, maar kreeg nul op het rekest, omdat alles al aan grote klanten is verkocht. Tata verkoopt hun ‘groene staal’ straks uiteraard aan de hoogste bieders in de internationale markt. Ook nu al exporteert het bedrijf ruim negentig procent van hun staal; straks dus met Nederlandse subsidie.

Groen staal in Nederland

Om in Nederland over te stappen op ‘groen staal’ – al dan niet uit IJmuiden – zijn overheidsmaatregelen nodig, omdat ‘vuil’ goedkoper is dan ‘schoon’. Nederland zal de vraag naar ‘groen staal’ moeten stimuleren. De bouwsector – goed voor bijna twintig procent van de afzet van Tata – kan bijvoorbeeld volledig overgaan op ‘groen staal’. Met een combinatie van regelgeving, aanbestedingseisen en subsidie kan de overheid hiervoor zorgen. Aanvullend kunnen afspraken worden gemaakt over de gegarandeerde levering en afname van ‘groen staal’ door Tata aan de Nederlandse bouw. Dit is te regelen in de voorwaarden voor de subsidie aan Tata. Deze afzetgarantie helpt Tata om te vergroenen en verduurzaamt tegelijkertijd de bouwsector. Op deze manier kan Nederland voorloper worden in de toepassing van ‘groen staal’, bijvoorbeeld in de bouw. Dit geeft kansen voor kennisopbouw en innovatie in eigen land.

Doordat ‘groen staal’ duurder is dan ‘vuil staal’, zal het gebruik ervan wat afnemen. Dit is gunstig voor het milieu en stimuleert circulariteit. Er zal door de hogere prijs geen verschuiving plaats vinden naar het gebruik van meer milieubelastende alternatieven voor staal, omdat die ook hun vervuiling moeten minimaliseren. We moeten zuiniger omgaan met alle materialen en grondstoffen.

Augustus 2023

Een verkorte versie van deze blog verscheen op 2 augustus in dagblad Trouw. Verdere toelichting en onderbouwing is te lezen in mijn ESB-artikel over de nadelen van concurrentie tussen landen en in mijn artikel ‘Milieueisen in plaats van miljardensubsidies’ in het tijdschrift Milieu.

Back To Top