Skip to content

Het kabinet verlaagt belastingen op energiegebruik, om daarmee de koopkracht van mensen met lage en middeninkomens op peil te houden. Maar de hoge inkomens profiteren hiervan het meest. De gemaakte keuzes staan ook haaks op de noodzaak om Europa minder afhankelijk te maken van olie en gas uit Rusland.

De accijnsverlaging betekent voor een rijke eigenaar van een BMW X5 een cadeau van 300 euro, terwijl een middenklasse Citroën C3 een voordeel van 100 euro krijgt. Welgestelde mensen rijden veel meer auto dan mensen met een laag inkomen en ze rijden in grotere auto’s, die meer brandstof verbruiken. De twintig procent rijkste Nederlanders rijdt gemiddeld 28 kilometer per dag, de twintig procent met het laagste inkomen 8 kilometer (CBS). Ik pleit voor steun aan mensen met een laag of midden inkomen, maar dan anders; bijvoorbeeld door een lager btw-tarief voor basisbehoeften.

De grafiek laat zien hoe het pakket compensatiemaatregelen van het kabinet terecht komt bij de verschillende inkomensgroepen[1]. De ongelijke verdeling komt doordat het grootste probleem de hoge gas- en elektriciteitsrekening is, terwijl de meeste compensatie via de brandstofaccijns gaat. Het gas- en elektraverbruik is op korte termijn weinig te verminderen en neemt maar weinig toe met een hoger inkomen. De lage inkomens hebben hier dus het meest last van. De compensatie via de accijnzen gaat daarentegen vooral naar de hoge inkomens: ruim zestig procent is voor de twee hoogste inkomensgroepen.

De accijnsverlaging levert ook een voordeel van 0,5 miljard euro op voor het bedrijfsleven. Ruim driehonderd miljoen voor de transportsector en bijna tweehonderd voor bouw, landbouw en een paar andere bedrijfstakken. Het kabinet noemt dit niet in de hun brief over de koopkrachtmaatregelen en de financiële dekking van deze half miljard is nu niet duidelijk.

Verlaging van energiebelastingen is ook een verkeerd signaal naar de toekomst. Hogere energieprijzen zijn onvermijdelijk, omdat schone energie de komende decennia schaars is. En schaarste leidt tot hoge marktprijzen, zoals nu voor olie en gas, ook al is de kostprijs veel lager. Hierom moeten we ons voorbereiden op duurdere energie. Mensen met een smalle beurs moeten blijvend meer financiële armslag krijgen. Deze structurele aanpak is beter dan het kabinetsplan om energie tijdelijk goedkoper te maken.

Duurdere energie is niet alleen onvermijdelijk, het is ook noodzakelijk om weer binnen de ecologische grenzen van onze planeet te komen. We moeten niet alleen schone, maar ook minder energie gaan gebruiken. De overstap naar elektrische auto’s lost namelijk niet alle milieuproblemen op. Voorlopig is maar een deel van de elektriciteit schoon en de batterijen gebruiken schaarse materialen, die nu ook sterk in prijs stijgen. Hierom is het verstandig om naar zuinige en kleine elektrische auto’s over te stappen. Dan zijn we voorbereid op de blijvende schaarstes en hoge prijzen van grondstoffen en energie.

Poetin financiert zijn oorlog met de verkoop van olie. Elke dag betaalt Europa 260 miljoen euro voor Russische olie. De vervijfvoudiging van de Russische olie-inkomsten sinds 2000 is vrijwel één-op-één omgezet in militaire uitgaven. Vorige week presenteerde de Europese Commissie voorstellen om zo snel mogelijk minder afhankelijk van Rusland te worden. Binnen een jaar twee derde minder gas uit Rusland en voor 2030 volledig onafhankelijk van Russische fossiele brandstoffen. Deze inzet voor een onafhankelijk en sterk Europa verdient alle steun. Goedkope energie werkt averechts.

Arie Bleijenberg

28 maart 2022

 

[1] Alle cijfers zijn overgenomen uit berekeningen van onderzoeksplatform Investico, met uitzondering van de accijnsverlaging. Hiervoor heb ik cijfers van het CBS over 2019 gebruikt (voor corona)..

Back To Top