Skip to content

De prognoses van de rijksoverheid voor de groei van het autoverkeer zijn te hoog. Omdat de feitelijke groei van het autoverkeer tot 2019 onder de lage prognose 2014-2040 bleef, zijn medio 2021 nieuwe groeiverwachtingen gepubliceerd die bijna de helft lager zijn. Ook de hoge variant van de recente prognoses is echter nog flink te hoog, omdat deze een onwaarschijnlijke trendbreuk veronderstelt ten opzichte van het achterliggende decennium. De belangrijkste reden dat de overheidsprognoses te hoog zijn, is dat ze onvoldoende rekening houden met de grens aan de tijd die mensen aan mobiliteit willen besteden. In mijn boek Nieuwe mobiliteit – na het autotijdperk uit 2015, heb ik het belang van reistijd voor de mobiliteitsontwikkeling onderbouwd en me gewaagd aan een prognose tot 2050. De feitelijke ontwikkeling van de automobiliteit tot 2019 (voor corona) komt goed overeen met mijn voorspelling op basis van constante reistijd. Januari 2022 heb ik mijn vergelijking van de feitelijke ontwikkeling met de verschillende prognoses gepubliceerd in een artikel in ESB. Een wat uitgebreider werkdocument is ook te downloaden. Daarin staat ook een vergelijking van de feitelijke reistijden voor elke vervoerswijze met de prognoses.

Link naar het ESB-artikel Uitbreiding wegcapaciteit gebaseerd op verkeerde aannames (2021)

Download mijn werkdocument Automobiliteit is uitgegroeid (2021)

Zie ook mijn eerdere publicaties over de groei van de automobiliteit Automobiliteit in 2017 verder gedaald

Dat er minder geld nodig is voor nieuwe wegen komt goed uit, want er is juist veel meer geld nodig voor vernieuwing van de bestaande infrastructuur. In dit opinieartikel in Trouw pleit ik voor verschuivingen van zestig miljarden euro in het Mobiliteitsfonds. Zie ook mijn webpagina Vernieuwing infrastructuur is urgent.

Back To Top